dinsdag 2 februari 2010

Snorkelen in Miami Beach (epiloog)

In de zomer regent het vaak in Miami Beach. In de winter bijna nooit. Tot nu toe. Even een rondje lopen en je komt tot op het bot toe nat terug in het hotel. Als je van het trottoir stapt om over te steken, wat hier toch al een riskante bezigheid is omdat een voetganger hier vogelvrij is, sta je tot halverwege je kuiten in het water, want de riolering is niet op een wolkbreuk van een paar uur berekend. Onze kleding ook niet. Een gedacht dagje zonnebaden op het strand van het Art Deco District verkeert in een dagje snorkelen in de straatgoten. Heeft ook zijn charme, zullen we maar denken.
En nu we in de lobby van het hotel wachten op de taxi naar het vliegveld, doet de zon zijn best om al het water van gisteren te verdampen. De omgekeerde volgorde had ons beter geleken, maar je hebt het niet voor het zeggen, zelfs niet op Groudhog Day, halverwege de winter, wat het heden is.
Op naar de Elfstedentocht. See you in Rotterdam.

zondag 31 januari 2010

In een mandje van boord

 

Een zwaarbewolkte dag, noordenwind en koud, 22 graden. We moeten blijkbaar alvast wennen aan Nederlandse temperaturen, want waar op een laatste subtropische dag was gehoopt, is het een kille herfstdag met af en toe druilerige motregen. We vestigen nu onze hoop nog maar op een zonnige dag in Miami Beach
De schipper zet er flink de pas in, want een voor ons varend cruiseschip is dra ingelopen en voorbijgestoken. Aan de einder gloort de kust van het land van Raul en Fidel, Cuba. Wij speren richting Key West.
En dan blijkt waarom: een passagier is ernstig ziek en moet met een helikopter van de Amerikaanse kustwacht van boord worden gehaald, zo meldt kapitein Werner Timmers.
De bovenste dekken worden geëvacueerd om geen enkel risico te lopen. Zo wordt ons dus wel een uitzicht op spektakel ontnomen, omdat ook het Crow's Nest en de sportzaal verboden gebied zijn. De evacuatie zal plaatsvinden vanaf de boeg van het schip, onttrokken aan alle (en vooral mijn) nieuwsgierige ogen. Vanaf een lager dek, het Promenadedek, kan ik alleen het aanvliegen van de helikopter zien en fotograferen. Toch iets echter dan de Wereldhavendagen. Binnen een kwartiertje is alles achter de rug en gaat het gas weer op de plank naar de eindbestemming: Fort Lauderdale.
We kunnen de koffers gaan pakken. Het zit erop. Maar het was zeer de moeite waard. Genoten van het varen, gewenteld in de zon, de beperkte tijd tussen de maaltijden door zeer efficient gevuld, het Panama-kanaal had ik voor geen geld willen missen en ook Antoinette was onder de indruk. Alle aanloophavens hebben ons op een of andere wijze verrast en bekoord. Het regenwoud
maakte indruk en ook op de een of andere manier de meeste mensen die we tegenkwamen, maar vooral het personeel.
Kortom geen seconde spijt en een grote aanrader.
Volgende keer weer.
Posted by Picasa

Over de kasseien van de Cariben

 
Je moet de bochten ruim nemen en je voeten hoog optillen als je een wat ruwere zee bevaart. Anticiperen dus, anders kun je nog wel eens raar terechtkomen. Het is als de cakewalk op de kermis. Je voeten zodanig neerzetten dat het schip zich eronder kan vlijen.
De Zuiderdam vaart nu over de kasseien van de Cariben, de doortocht ten oosten van Nicaragua en Honduras en ten westen van Cuba. Onder water ligt een berglandschap, zegt de kapitein, en dat maakt de zee wat hobbelig.
Nu schijnt het dat we vannacht behoorlijk hebben gestampt, maar ik was daar niet bij. Ik sliep gewoon. En overdag was het net of ik dronken was. Een goedkope dronk dan, want ik had geen slok op. Antoinette begint zich nu af te vragen wat er moet gebeuren eer ze zeeziek wordt, want ze heeft inmiddels zeebenen gekregen. Pas aan land krijgen we allebei afkickverschijnselen.
De terugreis is inmiddels begonnen, want van Costa Rica koersen we nu af op Fort Lauderdale. Twee hele dagen op zee. Twee dagen zonnen, was de gedachte vooraf, maar dat valt tegen, want hoe de zon ook probeert, ze kan het schip net niet inhalen. De temperatuur is prima (een graadje of 28 in de plus), de wind wat straf. We zwerven wat over het schip, Antoinette probeert toch nog hier en daar een zonnestraaltje te vangen en ik duik in mijn elektronische boek, met een kop cappuccino in een comfortabele stoel in het internetcafé/bibliotheek. En ik kijk nog een keertje naar alle kunst en kitsch aan boord, daarvan is genoeg voorradig.
En dan hebben we ook nog de marinersbrunch, voor mensen die vaker met de HAL hebben gevaren, op uitnodiging van de kapitein. 's Avonds strak in het pak (formal night) naar de Pinnacle Grill, waardoor het pak nog strakker komt te zitten. Dan kijk je je ogen uit naar de vreemde creaties die langskomen. Een man van een jaar of 75 bijvoorbeeld in een zwart pak met daaronder witte gymschoenen. Of een andere man in korte broek, maar dan wel strak in de vouw gestreken. Anderen lopen in een smoking en avondjapon en passeren iemand die helemaal geen boodschap heeft aan de kledingwensen en lekker aantrekt wat-ie zelf wil, meestal een korte broek met daaronder heel
grote, felgekleurde sportschoenen. En ik mijn vingers maar uit de kom draaien om een stropdas te strikken, wat me wel steeds beter afgaat. Antoinette had zo'n beetje een knipkaart bij de kapper om heur haar te laten opsteken. Jaja, aangekleed gaat uit. En met alle soorten van genoegen.
Misschien dat we morgen nog even een gokje wagen bij de bingo (we zijn tenslotte met bejaarden onder elkaar niet waar?), want de jackpot daarvoor is deze week inmiddels opgelopen naar 100.000dollar. Zou niet gek zijn als sluitstuk van een heerlijke rondreis.
Eigenlijk zouden we best willen overstappen op een andere boot, want de kou in Nederland lokt ons totaal niet.
Posted by Picasa

zaterdag 30 januari 2010

Groen en nat, erg nat

 

Een regenwoud kenmerkt zich vooral door twee dingen: woud en veel regen. Daar is Costa Rica geen uitzondering op. We zijn halverwege onze wandeling als het lijkt of de buren keihard hun douche hebben opengezet. Veel geklater, maar geen water. Totdat we de beschutting van de bomen moeten verlaten om over te steken naar de kabelbaan. Onze gids had net uitgelegd dat regendruppels een mier kunnen doden, nou dat geloven we graag want ze komen hier met een noodgang naar beneden suizen. De eerste bui op onze reis, maar dan ook een bui die de rest van de dag niet meer ophoudt. "Het regent hier 400 dagen per jaar, maar daarom heet het hier dan ook regenwoud", zegt de gids opgewekt. Gelukkig hebben we weggooiponcho's gekocht.
Bij elke plant lijkt de gids wel een uitleg voorhanden te hebben. Hij laat ons aan bladeren voelen, geeft een inkijkje in het dagelijkse leven van een mierenkolonie, neemt heel veel het woord slang in de mond om ons een beetje de stuipen op het lijf te jagen, maar vertelt er meteen bij dat we niet bang hoeven te zijn er een tegen te komen. "We hebben ze vanochtend nog allemaal gevoerd. Weet u trouwens dat we hier 22 giftige tot zeer giftige soorten hebben?" En zo gaan zijn educatieve praatjes naadloos over in opbeurende humor.
Na een stevig half uurtje op de grond te zijn gebleven, gaat de rest van de tocht door de lucht, in een kabelbaan. En zo zweven we afwisselend langs de toppen van het regenwoud en op 'grondhoogte'. Beneden is het donker en rommelig en zijn de bladeren erg groot om zo maar een spoortje zonlicht te kunnen scoren. Van boven kijk je neer op een opgeruimdegroene oase, waar de blaadjes niet zo groot hoeven te zijn omdat ze geheel baden in het licht. En mocht je denken dat broccoli (of hoe je de naam van die verschrikkelijke groente ook schrijft) iets typisch Hoeksche Waards was, dan kom je hier bedrogen uit. Ze hebben hier zelfs een broccoliboom. Niet dat die eetbaar is, maar de blaadjes lijken zo op die geurverpester.
We speuren de bomen af op levende wezens, het liefst dieren. Maar de apen hebben een vrije dag, de poema is bij zijn schoonmoeder op bezoek en de tapir is elders een tapijt aan het leggen. En vallende boomblaadjes doen zich voor als vogels, zodat we aan het eind van de rit moeten constateren dat de mierenhoop het dichtstbij wildlife komt dat we in het regenwoud te zien krijgen. De mieren lieten zich overigens zelf niet eens zien. Voor dieren kunnen we dus beter naar Blijdorp gaan.
Op de heen- en de terugweg naar en van het regenwoud (tochtjes van twee uur elk) krijgen we van alles te horen over bananen en ananassen en we zien ze in grote hoeveelheden langs de weg. Waarbij het opvallend is dat de trossen bananen hier blauw zijn. Maar dat komt doordat er een plastic zak omheen zit die insecten op afstand moet houden. Het is een raar gezicht, zo'n blauwe plastic vrucht. Een leerzaam dagje.
En ten slotte kunnen we nog een voorbeeld nemen aan Costa Rica. Dat heeft in 1948 het leger afgeschaft en het geld dat daardoor vrijkwam aan onderwijs en gezondheidszorg besteed. Hulde.
Posted by Picasa

vrijdag 29 januari 2010

Wist u dat...



Het Panamakanaal zo'n 80 kilometer lang is en van noord naar zuid loopt en niet van oost naar west?
Het niveau van de Atlantische Oceaan net zo hoog is als dat van de Stille Oceaan, namelijk zeeniveau?
Dat de sluizen van het kanaal de schepen aan de ene kant zo'n 25 meter optillen en aan de andere kant weer zo'n 25 meter laten zakken? Ze tillen de schepen eigenlijk over (voormalig) land heen.
Dat een beide kanten drie sluizen zijn, die de schepen stapsgewijs omhoog of omlaag brengen?
Dat schepen per doorvaart verantwoordelijk voor zijn dat zo'n 100 miljoen liter zoet water de zoute zee in gaat?
Dat de meeste Panamax-schepen aan beide kanten slechts zo'n 10 centimeter speling hebben als ze door de sluizen gaan?
Dat elektrische locomotiefjes de schepen precies in het midden van de sluizen houden?
Dat in 2014, als het kanaal 100 jaar bestaat, er een nieuw setje sluizen ligt aan beide kanten, de helft langer en de helft breder dan de huidige sluizen?
Dat het echt een spektakel is als zo'n groot cruiseschip door de sluizen gaat?
Dat je daarvoor wel ongelooflijk (05.30 uur)vroeg je bed uit moet?
Dat dat toch echt de moeite waard is, omdat ik van deze dag hoge verwachtingen had die zijn uitgekomen?
Dat het Panamese regenwoud zo'n 260 schakeringen groen kent?
Dat er 972 soorten vogels leven? Die zijn eind vorig jaar op een dag geteld.
Dat de andere wilde dieren, op een verdwaalde slapende krokodil na op de kanaaloever, zich niet laten zien? Er moeten ook poema's, jaguars zitten, hele grote ratten, naar kip smakende slangen (waarvan 20 soorten giftig) en apen, veel apen. We hebben ze niet gezien.
Dat de plaatselijke Bram Ladage hier pelikaan heet? Elke keer als een pelikaan zich als een duikbommenwerper in het water stort en weer bovenkomt, wordt hij letterlijk op zijn nek gezeten door een meeuw die hem als een bezetene in de hals pikt in de hoop dat de snackbar zijn vangst zal uitspugen.
Dat het aantal hier gepubliceerde foto's nog geen schijntje is van het totaal dat ik heb geschoten en jullie de komende maanden nog vaak worden lastiggevallen met foto's en verhalen die ik nu even niet kan bedenken?
Sterkte.
Posted by Picasa

woensdag 27 januari 2010

Rustdag in het peloton

 

Vandaag is het een rustdag, want morgen en overmorgen wachten twee zware etappes: het Panama-kanaal en het regenwoud van Costa Rica. Tijd voor een dagje soigneren dus, in beeld gebracht via de nieuwe foto's te bereiken via de koppeling rechts van hier.
Nog een laatste mededeling van deze dag: morgen rond 6.30 uur gaan we het Panamakanaal in. Het schijnt via internet live te volgen te zijn hoe wij de sluizen nemen. Dat is dan donderdag om 12.30 uur Nederlandse tijd via www.pancanal.com.
Ik geef toe, het is iets voor de echte liefhebbers, want ik denk dat het zo ongeveer hetzelfde is als kijken naar groeiend gras.
Posted by Picasa

Je krijgt wat je over je afroept

 


"Dertig jaar geleden was ik hier voor het laatst."
"Is er veel veranderd?"
"Ja toen waren de boten kleiner en konden we onder die brug door varen. Dat was ook op een Holland-boot. Ik ben hier nu met mijn zoons, mijn schoondochter, mijn kleindochter en mijn schoonzus. Mijn broer is dood, die was er ook altijd bij. We hebben nu al meer dan dertig keer een cruise gemaakt. Ik kom uit Winnipeg, daar is het nu heel koud. Mijn broer was bij de RCMP (de bereden politie, de mounties), mijn jongste zoon ook, mijn oudste zoon is arts in Australië en mijn schondochter is verpleegster. Ik was ook verpleegster. Waar komt u vandaan?'
"Uit Rotterdam, Holland."
"O ik heb wel eens een boek over een Hollander gelezen. Brother Andrew, een man die in de koude oorlog in zijn tweedehands Volkswagen naar het Oostblok ging om bijbels te brengen. Dat was nog eens een kerel."
"Ik ken 'm niet, nooit van 'm gehoord."
"Een Hollander die Brother Andrew niet kent, terwijl een oude vrouw uit Canada hem wel kent..."
Het gesprek is hiermee beëindigd. Ik ben een verschrikkelijke teleurstelling voor de oude dame op dek 10. En ik kwam hier alleen maar voor een kop cappuccino.
Curaçao ligt aan onze voeten. Kleurrijke huisjes lokken ons. Tijd om aan land te gaan. We zetten voet aan wal in Otrabanda, slenteren door het Renaissance resort en belanden bij de befaamde bootjesbrug naar Punda.Een blik naar links en daar zien we een bekende: Eurodam, Rotterdam staat op de achterplecht. Ons varende hotel van vorig jaar.
Bluescruise, roept een spandoek vanaf het achterdek ons toe. Een bluescruise op de Eurodam, een jazzcruise op de Westerdam en een bejaardenreis op de Zuiderdam. Is dit de straf voor het meermalen verkondigen dat ik met mijn 55+ al tot de bejaarden hoor?
Maar goed, ik weet wél waar ik ben: Willemstad, Curaçao. Dat kunnen een paar opvarenden van de Eurodam niet zeggen. "Waar zijn we hier? De hoeveelste haven dit voor ons is? Geen idee." Blues tast dus je geheugen aan. Of zouden het andere geneugten zijn?
Een plaatselijke middenstander vertelt ons nog fijntjes dat het best veilig is in Willemstad en dat niet alle Antillianen criminelen zijn. Dat zijn vooral die kanslozen die naar Nederland gaan. Tegen hen zou de politie eens wat harder moeten optreden. "Dat doen ze hier ook. Als je je misdraagt krijg je eerst veel en harde klappen en dan ga je de gevangenis in en die is hier echt geen pretje hoor." Toch heeft de man geen peroxide kapsel.
We nemen nog een duik in het zwembad om af te koelen en dan is het tijd voor vertrek. Of toch niet helemaal, want een passagier ontbreekt nog. Een half uur en twee cocktails later dan geplanned klinkt de scheepshoorn nogmaals en komen we langzaam maar zeker los van de kade. Of de ontbrekende passagier nu wel aan boord is, wordt om privacyredenen niet meegedeeld.
Dan maar douchen en aan tafel. Het was me het dagje weer wel. Ik zal nog wat tijd nodig hebben om thuis uit te rusten en te wennen, want zo'n reis gaat je heus niet in de koude kleren zitten en dan moet het hoogtepunt nog komen. Op naar het Panama-kanaal.
Posted by Picasa

dinsdag 26 januari 2010

Wie in de zon wil zitten, moet smeren

 
De kreeft op Antoinettes bord is vaalroze in vergelijking met de kleur van mijn gezicht. Weer eigenwijs geweest en zonder te smeren de volle zon in gegaan. En vooral het laatste stukje van de dag op het dek van een soort rondvaartboot gezeten, dus vlak boven het reflecterende water.
Aruba wordt bedankt, al kan Aruba er ook niets aan doen. Hoewel, als die passaat niet zo hard zou blazen, had ik wel eerder gevoeld dat ik uit de zon moest. Man, wat een straf windje. Je waait onherroepelijk uit je Jansen en Tilanus. En volgens kenners, mensen die hier al een poosje wonen, raak je er nooit echt aan gewend. Kan ik me wat bij voorstellen.
We hebben Aruba gedaan op zijn Amerikaans: in een bus van het ene bijzondere punt naar het andere. Van het schip naar een grote hoop stenen, waar je bovenop kunt klauteren en een fraai uitzicht over het eiland hebt. De Amerikanen in ons gezelschap waren verbijsterd. In hun land zou zo'n ongecoördineerde hoop stenen nooit een toeristische attractie kunnen zijn. Er is niet overal een reling langs de uit stenen gehouwen trap, en niet om de meter wordt vermeld of omgeroepen dat je voor eigen risico aan het klauteren bent en dat als je rug-, nek- of hartklachten hebt je er maar beter niet aan kunt beginnen. En dan het stuk waar je bijna op handen en knieën onder een grote kei moet doorkruipen: misdadig gewoon.
Nu is ons reisgezelschap dit keer op de Zuiderdam niet meer zo piep, om het maar eufemistisch uit te drukken. Antoinette en ik trekken de gemiddelde leeftijd behoorlijk omlaag. Veel jonger dan wij (op die ene baby na) zijn ze aan boord niet, althans niet onder de gasten, wel onder het personeel. Zo af en toe denk je dat je in winkelcentrum Keizerswaard bent beland, inclusief wandelstokken, rollators en zelfs scootmobiels.
Een van de niet meer zo piepjonge medereizigers (82) knoopte op het strand van Aruba een praatje met ons aan. Deze oud-kapitein van de grote vaart bleek zowaar een buurmnan te zijn, want ook inwoner van het mooiste dorp van Rotterdam, het Scheepvaartkwartier. Vanwege zijn band met het water zijn hij en zijn vrouw in de Hoge Heren naast de Erasmusbrug neergestreken, met uitzicht op de Nieuwe Maas en de cruiseterminal.
Na nog een blik te hebben geworpen op de onderwaterwereld rond Aruba, die vooral een beetje mistig was, en een laatste stop bij de plaatselijke vuurtoren, wachtte ons een uitstekend diner in de Pinnacle Grill aan boord. En dan weet je weer wat lekker eten is. We zullen er niet te veel over uitweiden omgeen jaloerse gevoelens rond de magnetron op te roepen, maar neem gerust van ons aan; het is de moeite waard.
Dat is de reis tot nu in zijn geheel. Je wordt van a tot z in de watten gelegd, zonder aanziens des persoons (en dat is maar goed ook, anders zou ik het wel weten), het weer is fantastisch en het blijft een hele ervaring: je bent in een land, gaat slapen en als je wakker wordt, ben je ergens anders. En je hebt er niets voor hoeven doen dan je ogen even sluiten. Next stop Curaçao (in een keer de cedille gevonden).
Posted by Picasa

maandag 25 januari 2010

Gemengde gevoelens

 
Posted by Picasa

Een vaag silhouet van een bergachtig land wordt almaar scherper tegen de horizon en
ineens duiken piepkleine zeilbootjes op met een of twee mannen erin, vissers. Zelfs een roeiboot met een zwaaiende man met slechts een enkele roeispaan trekt aan onze ogen voorbij: Welkom bij Haiti.
Het is slikken met de tv-beelden van vorige week op het netvlies. We varen pal langs het afvoerputje van het westelijk halfrond, waar de ellende niet dieper kan zijn dan hij is. En wij zitten wij op een gigantisch varend paleis, met letterlijk alles in overvloed.
Gemengde gevoelens op deze zondag. We houden het daarom maar kort. We zonnen wat op het achterdek, banjeren met de camera in de aanslag door het schip, terwijl de Zuiderdam koersvast op Aruba afstevent. Er staat wat meer wind dan tot nu toe en af en toe schommelen we behoorlijk, waardoor het zwembad spontaan een golfslagbad wordt. Maar verder: rechtzo die gaat.
Morgen meer.

zondag 24 januari 2010

Met de complimenten van de kapitein

Kapitein Werner Timmers is een Brabander uit Roosendaal, maar woont al jaren in Florida. Toch is er niets te merken van een would be Amerikaans accent, verre van dat. Als hij via de geluidsinstallatie van het schip tot de opvarenden spreekt is in zijn Engels eerder te horen dat hij uit Nederland komt.
We worden uitgenodigd voor een borrel. Om kennis te maken met de kapitein en de hotelmanager. En met ons nog enkele tientallen andere gasten. De champagne vloeit rijkelijk en ook de borrelhapjes komen met grote regelmaat voorbij, waarbij vooral de grote gefrituurde garnalen door Antoinette worden getackeld. En uiteindelijk zijn wij weer de laatsten die de bijeenkomst verlaten, maar dat komt voornamelijk door het geanimeerde gesprek (over katten) met de kapitein.
We zijn dan al lang weer op volle zee, na een dagje Half Moon Cay, het eigen verweneiland van de Holland America Line. Rond acht uur in de ochtend gaat het anker uit en nog maar amper liggen we stil of de Westerdam, het jongere zusje van de Zuiderdam, komt langszij. Die is op een jazz-cruise in de westelijke Cariben en nu op weg naar Fort Lauderdale. Maar eerst nog een dagje Half Moon Cay. Dus worden bij elkaar zo'n 3000 mensen op het eiland losgelaten. Om te zonnen, te zwemmen, te snorkelen, te drinken en te eten, om maar een paar mogelijkheden te noemen.
Wij nestelen ons eerst als een soort weekdier in een schelp op het strand. Niet in de volle zon, zo direct vanuit het land waar de hoop op een Elfstedentocht nog steeds leeft. Hier is het nu een graad of 25 en de zon straalt als een bezetene.
En om ook nog wat anders te doen, hebben we ons aangemeld voor een tochtje door de lagune met een glasbodemboot. Even een uurtje de natuur bewonderen. We zien wat vissen onder ons doorschieten, krijgen verhalen te horen over de faam die de zeekomkommer in Korea geniet en krijgen ook nog een levende conch in de handen gedrukt. Dit schelpdier ziet eruit alsof hij zo uit een of andere souvenirfabriek is gekomen, maar blijkt zo echt en levend te zijn als maar kan. Als we hem allemaal even hebben bewonderd zal hij weer teruggaan in het water. De bofferd, hij belandt niet ergens op een bord. Nog niet in elk geval.
Na een massale barbecue, met niet te versmaden hotdogs, gaan we weer terug aan boord, want de steven wordt gewend naar Aruba. Dat is wel bijna twee dagen varen.
Alle tijd dus voor een borrel met de kapitein.

zaterdag 23 januari 2010

De geest van Elvis


Vliegen een snelle manier van verplaatsen? Niet altijd. Vorig jaar nog hadden we twaalf uur nodig om van Rotterdam naar Miami te komen. Dit jaar meer dan achttien uur. Toegegeven, we hebben Memphis gezien, maar vanuit de lucht is dat geen sensatie en op de grond al helemaal niet. Oké, we hebben dan even de geest van Elvis ontmoet, en anders was het een beetje zielige oudere man die in een wit glitterpak ernstig ongeïnteresseerd The King stond te imiteren, in een café op het vliegveld. Volgende keer toch maar proberen een kortere route te vinden.
Maar goed we zijn gesetteld, de koffers zijn leeg, de wijnkoeler vol (nog wel) en we hebben de sloepenrol achter de rug. Die is niet meer wat hij was. Moest je vroeger gehuld in je reddingsvest onder een reddingsboot plaatsnemen en je melden als je hutnummer werd afgeroepen, nu hoef je alleen maar onder de reddingsboot (zonder reddingsvest) een praatje van de kapitein aan te horen. En je hoeft je niet eens meer te melden, dus een volgende keer zal het een stuk rustiger zijn tijdens de sloepenrol, vrees ik. Net zoals in een vliegtuig de veiligheidsdemonstratie wordt
bekeken.
Het weer is een stuk aangenamer dan in Nederland. Het enige ijs hier is eetbaar of tinkelt in een drankglas. De temperatuur zal ergens tussen de 25 en 30 graden schommelen en we hebben al in de zon gelopen. Morgenochtend om zeven uur worden we in Half Moon Cay verwacht, dus we maken het vandaag maar niet te laat. We hebben nog wat slaap in te halen.

maandag 11 januari 2010

A Man a Plan a Canal Panama

Bovenstaande titel kun je van voor naar achter lezen, maar ook van achter naar voor, van links naar rechts, van bak- naar stuurboord. Een palindroom. Wat de paling droomt, weet ik niet. Maar onze droom is warmte, Caribische warmte, weg van de winterse kou in Nederland. We gaan naar Panama, het kanaal in (een stukje) en er weer uit. Lekker luieren op de Zuiderdam, rondbanjeren in Willemstad, Aruba verkennen, scheren door de boomtoppen van het Costa-Ricaanse regenwoud. Kortom, we gaan op vakantie. Vaar gerust een stukje mee.